Kalander

Vogels nestelen in de Ridderzaal

In opdracht van het Bezoekerscentrum van de Tweede Kamer maak ik een serie van 50 vogelhuisjes in de vorm van de Ridderzaal. Zij zullen binnenkort in de winkel van het Bezoekerscentrum en op een aantal andere plekken in Den Haag te koop zijn. Het huisje is – op het dak na – gemaakt van Drents Lariks. Door het vele hars in het hout kan het onbehandeld buiten toegepast worden. Bij het zagen ruikt de hele werkplaats heerlijk naar Lariks. Een nadeel is dat het hout zoveel harskanalen bevat dat de machines met een laag stroop besmeerd lijken. Het hout van Houthandel Hard- en Zachthout kwam zo binnen:

Omdat er voldoende brede delen zijn, worden de voorzijdes uit één onverlijmd deel gezaagd. Na het frezen van de cirkel en het boren van het invlieggat, worden de torens gezaagd. Het zaagwerk doe ik zoveel mogelijk op de cirkelzaag (met dank aan Aike Westen in zijn laatste stageweek). Vooral het naschuren van alle kanten kost veel tijd.

Vervolgens worden de hokjes gemaakt die achter het front komen. De maten zijn bij een vogelhuisje erg belangrijk. Hier is uitgegaan van een binnenmaat van 12 x 12 cm en een invlieggat op een hoogte van 16 cm. De diameter van 30 mm is voor de meeste meesjes een goede maat. Het brandmerk van Kalander komt aan de binnenzijde, goed zichtbaar voor de vogels…

Inmiddels zitten alle huisjes in elkaar en ga ik de dakjes verlijmen. Elk dakje bestaat uit 4 onderdelen, voor 50 huisjes zijn dat dus 200 plankjes/spanten die door mijn handen gaan… het lijkt hier wel een fabriek! De driehoekige spanten van de dakjes zijn gezaagd uit resthout van de fronten.

Nu nog een paar foto’s van een aantal huisjes bij elkaar, een mooie harsdruppel en een aantal halve daken.

Inmiddels zitten alle daken in de grondverf. Het eerste huisje met dak is op de foto gezet. Nog een eindlak op de daken en op de torens om de spitsen te accentueren en daarna kunnen de huisjes naar Den Haag.

De huisjes zijn af! En het zijn er veel!